top of page

Autoluwe mazen, circulatieplannen : welke plaats voor voetgangers ?

Zeg niet meer Circulatieplan maar Mobiliteitsplan of Reisstromenplan. Laten we het niet langer hebben over het blokkeren van de weg, maar over het openstellen van de ruimte voor voetgangers. Een verandering van leesas is noodzakelijk en de analist en onderzoeker in multimodaliteit Roland Kager zegt het: "de manier waarop wij over verkeer praten maakt auto's in onze perceptie veel belangrijker dan ze in werkelijkheid zijn". (lees het artikel in The Guardian).


Een wijk op mensenmaat


Het Gewest heeft het over autoluwe mazen, maar de nadruk zou meer moeten liggen op de notie (en het ontwerp) van een wijk op menselijke maat. Een recente publicatie van Bral.Brussels, Clean Cities en Heroes for zero getiteld "De leefwijk, 7 principes voor circulatieplannen" gaat over deze veranderingen.





Uitnodiging om circulatieplannen opnieuw te bekijken


De publicatie brengt een nieuwe lezing van het hete hangijzer van de mobiliteit in Brussel en stelt voor om terug te komen op hoe het verhaal van het circulatieplan en de rol die het kan spelen te vertellen.


De studie, die werd uitgevoerd in samenwerking met Transport and Mobility Leuven, en waaraan walk zijn steentje heeft aan kunnen bijdragen, stelt voor om aan de hand van theorieën en voorbeelden te verwijzen naar de elementen van een circulatieplan die een leefwijk maken. Er worden 7 beginselen voor circulatieplannen opgesomd, deze worden geïllustreerd aan de hand van concrete bronnen van elders en er worden voorstellen gedaan voor de praktische uitvoering in Brussel.


Een ode aan het stappen ?

Ja! de eerste drie principes staan centraal: de wijk weerspiegelt de 15 minuten stad, hij is gestructureerd rond autovrije ruimtelijke kernen en het voetgangersnetwerk is de hoofdstructuur van de gekalmeerde wijk. Het uitgangspunt is de voetganger. De wijk is ontworpen voor en door de bewoners. Er zijn geen omwegen meer te voet. Mensen lopen vlot van de ene kant van de wijk naar de andere dankzij directe routes (ontworpen om de meest efficiënte, de meest aangename, de veiligste, enz. te zijn). Aan het begin van het project wordt het plan voor het lopen opgesteld, waaraan de andere leeslagen worden toegevoegd.


De studie werpt een aantal vragen op die moeten worden beantwoord om dit beginsel in praktijk te brengen:


  • Waar komen de voetgangerskernen? Waar worden ze geïdentificeerd, evenals de punten waar voetgangers worden aangetrokken?

  • Welke bevindingen komen naar voren uit de inventarisatie van de bestaande loopstromen?

  • Is er een analyse gemaakt van de behoeften aan voetgangersruimtes en -routes?

  • Wat zijn de mogelijke routes (toegankelijk, veilig en aangenaam) zodat voetgangers voldoende ruimte hebben en lopen een concurrerende manier van reizen is?

  • Hoe zijn de kruispunten ontworpen voor het oversteken van voetgangers?


Om alle 7 principes te ontdekken, hoe ze te vertalen naar de praktijk en hoe de ruimte te vullen: klik hier.



0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page